Mislukking dreigt voor VN-top informatiesamenleving · 5 december 2003

Regeringsleiders, de top van het bedrijfsleven, en allerhande maatschappelijke organisaties komen volgende week bijeen in Geneve voor de eerste VN-top over de informatiemaatschappij. De doelstelling, het overbruggen van de digitale kloof, is ambitieus, de sfeer is grimmig. Oost en West, en Noord en Zuid staan op cruciale punten lijnrecht tegenover elkaar. Een mislukking lijkt onvermijdelijk.

De bedoeling is dat de bijeenkomst volgende week vrijdag eindigt met de ondertekening van een Declaratie en een Actieplan. Over twee jaar volgt een tweede WSIS (World Summit on the Information Society) in Tunis. WSIS beoogt de toegang voor iedereen, overal tot de wereldwijde informatiesamenleving. Toegang tot internet en ICT is een voorwaarde voor economische en sociale ontwikkeling. Het Actieplan voorziet in afspraken op gebied van bijvoorbeeld regelgeving, financiering, en infra-structuur.

Het tijdspad is ambitieus, zo moeten in 2010 alle dorpen en in 2015 alle mensen in de wereld toegang hebben tot internet. Uiteindelijk, zo blijkt uit de conceptdocumenten, moet ICT zorgen voor ‘uitroeiing van armoede en honger’ en het ontstaan van een ‘vreedzame, welvarende wereld’.
Na anderhalf jaar voorbereidend overleg tussen vertegenwoordigers van 135 landen is echter over de concepttekst van de Declaratie en het Actieplan nog geen overeenstemming bereikt. Deelnemers aan die gesprekken melden dat ‘het ontbreekt aan politieke wil en dat alleen een wonder er nog voor kan zorgen dat er overeenstemming komt’. Breekpunten zijn onder andere de controle over internet, de financiering van de mondiale plannen en de rol van de media en de vrijheid van meningsuiting. Zo zet Europa in op de Rechten van de Mens, terwijl bijvoorbeeld China en IndonesiĆ« censuur willen kunnen toepassen. De zuidelijke landen willen een speciaal fonds voor de infrastructuur terwijl het noorden, dat het fonds moet vullen, daar weinig voor voelt.

Pessimistisch
Louk de la Rive Box is hoogleraar internationale samenwerking aan de universiteit van Maastricht en voorzitter van OneWorld Nederland, het informatiepunt op internet over internationale samenwerking, mensenrechten en het milieu. Box is pessimistisch over de aanstaande top terwijl de uitkomst volgens hem buitengewoon belangrijk is, juist ook voor Nederland. “Dit is de zoveelste VN-top met een uitermate vaag geformuleerd uitgangspunt waardoor het voor ‘kwaadwillende’ deelnemers eenvoudig is om dwars te liggen. Ik ga ervan uit dat de top faalt: alle lichten staan op rood. De partijen staan op de belangrijke punten lijnrecht tegenover elkaar.”
“Er is een duidelijke overeenkomst met de mislukte mondiale conferentie over de wereldhandel in Cancun. Er is op dit moment nauwelijks internationale ordening mogelijk. Daardoor komen de zaken muurvast te zitten en net als in geval van de wereldhandel heeft Nederland daar geen baat bij, integendeel. Als het alleen om Afrika ging, zouden de consequenties misschien minder verregaand zijn. Tenslotte is Afrika niet afhankelijk van internet. Maar wij zijn dat wel. Wij hebben zo ongeveer de hoogste internetconnectiviteit in de wereld.”

“Het belang van goede regelgeving op internationaal niveau is een voorwaarde om bijvoorbeeld uitwassen en crimineel gedrag als spam en het verspreiden van virussen aan te kunnen pakken. Maar ook om landen aan te pakken die hun boekje te buiten gaan met de controle op burgers in eigen land, zoals China, of die in andere landen, zoals de VS met het afluisternetwerk Echelon. Internationale organisaties moeten de kwaliteit van informatie en dienstverlening met regelgeving kunnen afdwingen. Als die kwaliteit en veiligheid niet kunnen worden afgedwongen, zal internet verpieteren tot een platvloers amusementsmedium zoals de televisie. Het is denkbaar dat bedrijven en groepen burgers dan elk apart eigen, betaalde en afgesloten vormen van internet ontwikkelen.”

Box vindt dat het kabinet het laat afweten. “De top is in Nederland helemaal geen onderwerp van discussie: het is een non-issue en het kabinet lijkt er alles aan te doen om dat zo te houden. Er is geen regeringsverklaring over de top. En dat terwijl we in Lissabon een ambitieuze doelstelling hebben afgesproken om van de EU de meest concurrerende kenniseconomie te maken. WSIS handelt over internationale spelregels, iets waar we sinds Hugo de Groot een steentje aan hebben bijgedragen, die zich in een razend tempo ontwikkelen. Als we daar onze stem niet verheffen, wordt de informatiemaatschappij straks gedomineerd door twee of drie partijen.”

Ondanks de ogenschijnlijke impasse waarin het overleg beland is, pleit Box voor een Nederlandse delegatie die zich volop inzet. “Wat mij betreft proberen ze er zo veel mogelijk uit te slepen. Er moet duidelijk stelling worden genomen voor de vrijheid van meningsuiting en bijvoorbeeld het recht op informatie. Als er een overeenkomst uit dreigt te rollen die deze rechten bedreigt, een monsterverbond tussen de landen die censuur willen handhaven als China, en de VS die verregaande bescherming willen van de copyrights van hun amusements- en software-industrie, dan moeten we afhaken. Dan maar geen akkoord.”

Belangrijke stap
Marc Frequin, directeur-generaal Telefonie en Post bij Economische Zaken die minister Brinkhorst vergezelt in de Nederlandse delegatie in Geneve, verwacht ook niet dat er een Declaratie uit zal rollen, maar hij is minder negatief over de toekomst. “De kans op een akkoord is klein, maar het is een eerste bijeenkomst en daarmee een eerste belangrijke stap. In Tunis komen we misschien wel tot een akkoord.”

Het verwijt van Box dat de Nederlandse regering geen prioriteit hecht aan de top, legt hij naast zich neer. “We hebben de top voorbereid in EU-verband. Onze standpunten zullen duidelijk worden tijdens de top. De agenda is overvol en complex. Een belangrijk punt is dat van de ‘internetgovernance’. Moeten de overheden het beheer over internet voeren, zoals bijvoorbeeld China wil, of moet er een onafhankelijke organisatie vergelijkbaar met een Icann komen, zoals de EU voorstaat. De media staan op de agenda. Landen als Cuba en Egypte willen daar vanuit de staat controle op uit kunnen oefenen. Veiligheid en privacy gaat voor een land als Rusland over staatsveiligheid en terrorismebestrijding. Zaken die volgens de EU niet in Geneve thuis horen. Wij staan ferm als het gaat om de universele rechten van de mens, die moeten ook in de informatiemaatschappij gelden. Er zijn landen die daar aan willen morrelen, die de eigen nationale wetgeving willen laten gelden. Daarover zijn we duidelijk: liever geen afspraak dan een die fout kan uitpakken.”

Frequin drukt zich voorzichtig uit als de VS ter sprake komen. Volgens hem zijn de EU en de Amerikanen het in grote lijnen wel eens, zoals op het terrein van de financiering. “De zuidelijke landen willen een voorstel van de president van Senegal uitgevoerd zien. Dat behelst een fonds voor de aanleg van de infrastructuur. Wij vinden dat niet voor de hand liggend. De realisatie moet onderdeel uitmaken van het eigen overheidsbeleid op gebied van onderwijs bijvoorbeeld. Maar er is beweging mogelijk op die standpunten.” Open source is een heet hangijzer. Vooral de niet-gouvernementele organisati

es en de zuidelijke landen denken dat software met vrije broncode een sleutelrol kan spelen bij de uitrol in de ontwikkelingslanden. De Amerikanen denken daar anders over. Frequin houdt het midden. “Wij streven in ieder geval naar het maken van afspraken over open standaarden. Openheid is de inzet, maar de vraag is nog hoe ver je daarmee moet gaan.”

Gepubliceerd in Automatisering Gids van 5 december 2003.

, ,


* * *