Zeeland worstelt met licht en donker · 11 december 2005

Verlichting betekende altijd veiligheid want in het donker is het gevaarlijk. In het buitengebied echter geldt donker tegenwoordig als oerwaarde en is licht al gauw vervuiling. Voor luchtvervuiling en geluidshinder is er wetgeving, maar lichthinder is nog niet in regels gevangen. Zeeland is een donkere vlek tussen de helverlichte Randstad en Vlaanderen. De provincie wil het duister met een lichtbeleid veilig stellen en sloot een onwennige gelegenheidscoalitie met de Zeeuwse Milieu Federatie. De Zeeuwen worstelen met licht en donker, en economische belangen. Om te beginnen moet het licht in kaart worden gebracht..

Er bestaan verschillende werkelijkheden naast elkaar zo blijkt tijdens de bijeenkomst van de Zeeuwse Milieu Federatie (ZMF) in het dorpshuis van Nieuw en Sint Joosland: die van de burger en die van de ‘deskundigen’, zoals de provincieambtenaar en de ZMF-medewerker. Voor hen is de ëroll-on roll-off terminalí van transportbedrijf Cobelfret in het nabijgelegen industriegebied Vlissingen-Oost het voorbeeld van geslaagd lichtbeleid. De aanwezige vrijwilligers zijn het er echter over eens zijn dat het sinds de komst van dat bedrijf juist nauwelijks meer donker wordt in deze hoek van Walcheren. Een bewoonster van een aangrenzende polder huivert dat sinds Cobelfret de lichten aandeed, zij in een reusachtige sinaasappel woont. Ruim een half miljoen autoís worden jaarlijks via spoor en water door Cobelfret aan- en af gevoerd. Op het zestig hectare grote terrein staan gemiddeld 25.000 autoís te wachten voor verder transport, en dat reusachtige parkeerterrein is hel verlicht. De deskundigen hebben in zoverre gelijk dat zonder lichtbeleid de overlast nog erger zou zijn geweest. Cobelfret werd daardoor gedwongen een ëlichtplaní op te stellen op grond waarvan voor lichtmasten en armaturen is gekozen die niet naar opzij en naar boven uitstralen. Weerkaatst door de vele hectaren autolak echter, zet het licht de hemel alsnog in lichterlaaie.
De vrijwilligers gaan de komende avonden en nachten op pad om lichtbronnen op het nachtelijke Walcheren in kaart te brengen. Dat veldonderzoek moet een soort nulmeting opleveren waarmee de provincie en de ZMF de oprukkende verlichting door kassen, reclameborden en bijvoorbeeld bedrijventerreinen aan kunnen pakken. Van de ambtenaar en de milieu-deskundige krijgen de vrijwilligers aanwijzingen hoe de verschillende lichtbronnen op een topografische kaart aangemerkt moeten worden: een B voor bedrijfsverlichting, een M voor een monument en bijvoorbeeld een pijl naar de kaartrand voor een lichtkoepel aan de horizon. Het veldwerk zal later een vervolg krijgen bij de province die de gegevens in het Geografisch Informatie Systeem (GIS) combineert met bestaande ruimtelijke informatie tot een accurate lichtbronnenkaart.

De ZMF en de provincie Zeeland hebben elkaar gevonden in een gelegenheidscoalitie. De ZMF maakt van de duisternis een speerpunt in het kader van de landelijke campagne ëLaat het donker donkerí. Duisternis is een kwaliteit, een oerwaarde net zoals stilte en ruimte, en Zeeland is bij wijze van spreken een zwart gat temidden van het helverlichte Vlaanderen, de Brabantse steden en natuurlijk de Randstad. Anders dan voor geluidshinder en luchtvervuiling bestaat er voor lichthinder geen landelijke beleid en bijbehorende regelgeving. De provincie Zeeland zet voorzichtige stappen in die richting in het Omgevingsplan 2006-2012. De provincie wil bij de beoordeling en ontwikkeling van nieuwe plannen in het landelijk gebied lichthinder mee laten wegen. ëAanzienlijke lichtuitstraling vormt een aantasting van de omgevingskwaliteití en is niet aanvaardbaar zo valt te lezen. In de loop van volgend jaar moet er een Actieplan Duisternis komen. De ëlichtbronnenkaartí zou daarin een rol kunnen spelen.

Enkele nachten later op een duintop bij Domburg heeft een straffe noordwesten wind alle vocht uit de lucht geblazen en de nacht is kraakhelder. Het duin vormt de natuurlijke grens van het gebied dat de vrijwilligers in kaart hebben gebracht: hier een X voor een eenzame lantaarnpaal, een M voor de nostalgisch verlichte molen bij Aagtekerke, en daar een B bij een mini-camping.
Maar eigenlijk valt het allemaal wel mee. Vanaf het hoge duin is Walcheren net een diep soepbord: in het midden is het zo donker dat je de bodem bijna niet ziet, zelfs Middelburg en Vlissingen lichten nauwelijks op. De randen echter zijn verlicht. Licht dat omhoog straalt wordt in de atmosfeer deels verstrooid door stofdeeltjes, de aerosolen, en kaatst terug naar de aarde in een cirkel van pakweg honderd kilometer. In zuidwestelijke richting gloeit de hemel van de Vlaamse kustplaatsen en de haven van Zeebrugge en in het noorden smeult de industrie van het Rijnmond-gebied. Het grootste spektakel echter biedt het helse licht van Vlissingen-Oost: alsof het vagevuur in de onderwereld nog eens flink wordt opgestookt. De reuzenlantaarns van Cobelfret zijn ook op twintig kilometer afstand net zo helder als de buitenlampen van de overburen.

De provincie en de ZMF zijn geen natuurlijke bondgenoten. Ze stonden tegenover elkaar bij de bouw van de honderd hectare kassen in de Eerste Bathpolder bij Rilland, waar ëde staartí van Zuid-Beveland die de Oosterschelde en de Westerschelde scheidt, nauwelijks drie kilometer breed is.
De glastuinbouwsector is lichtvervuiler nummer een en produceert met zijn groeilampen 64 procent van al het nachtelijk kunstlicht in Nederland. Vergunningen worden veelal verleend onder voorwaarde van 85 procent afscherming.
Gijs van Zonneveld van de ZMF begrijpt nog steeds niet waarom de provincie juist op een dergelijk kwetsbare, tot dan toe donkere lokatie, een glazen stad liet verrijzen, pal onder aan de dijk van het Staatsnatuurmonument de Oosterschelde. ìDie kassen hadden daar natuurlijk nooit mogen komen, tussen in twee natuurgebieden. We hebben vastgesteld dat vogels die ës nachts van de Westerschelde naar de Oosterschelde vlogen gevangen raakten in de lichtkoepel. De ganzen waren helemaal de kluts kwijt en bleven heel lang rondjes vliegen boven het verlichte gebied. Bovendien straalt het licht uit op de schorren waar de vogels hun voedsel zoeken.î

De ZMF kreeg in een van de bezwaarprocedures steun van de Raad van State. Het ministerie van Landbouw, dat vergunningen in het kader van de natuurbeschermingswet moet verlenen, had ten onrechte het lichtplan goedgekeurd van Agro Care, een van de ondernemingen in de Eerste Bathpolder. Het rechtscollege meende dat de vergunning was verleend in strijd met de Europese Habitarichtlijn: alleen als is vastgesteld dat de verlichting geen schade veroorzaakt aan het natuurgebied mag een vergunning worden verleend. Terzijde stelde de raad bovendien dat 85 procent lichtreductie-norm niet ecologische onderbouwd is.
Daarmee tikte de rechters ook de provincie op de vingers die eerder in de procedure had geoordeeld dat de lichthinder richting Oosterschelde aanvaardbaar was. Van Zonneveld meent dat de uitspraak ook gevolgen moet krijgen voor de andere bedrijven in de polder. ìTegelijkertijd moet je realistisch zijn, we krijgen die kassen niet meer weg. We overleggen daarom nu met die bedrijven en de ZLTO over een verdere aanpassing van de verlichting.î

Provincie-ambtenaar Jasper van Bochove, verantwoordelijk voor het lichtbeleid en milieuman in hart en nieren is niet gelukkig met de kassen bij Rilland. ìDie zijn van voor mijn tijd, maar als ik daar ës avonds langs rijd dan denk ik: ëmoest dat nou?í Natuurlijk moeten we Zeeland niet afsluiten voor economische ontwikkelingen maar als die zo ingrijpend zijn voor de omgeving dan moeten die in de daartoe aangewezen gebieden komen: Vlissingen-Oost en de Kanaalzone in Zeeuws Vlaanderen.î
Maar verplaatsing van de gewraakte kassen staat niet op de agenda, zegt Van Bochove. ìSaneren in het kader van het lichtbeleid is niet aan de orde, maar we willen wel donkere plaatsen behouden. Daarom overleggen we met de gemeenten over de aanwijzing van donkergebieden die dan bescherming genieten vergelijkbaar met de al bestaande stiltegebieden. Na een dergelijke aanwijzing kunnen in zo een gebied bijvoorbeeld geen kassen worden neergezet. De gemeenten zijn enthousiast en ik verwacht dan ook dat die donkergebieden er komen.î

ZMF en de provincie trekken ook weer samen op tijdens de workshop ëSlim Belichtení voor bestuurders, die in het kader van de campagne ëLaat het donker donkerí in meerdere provincies gehouden wordt. Vertegenwoordigers van Philips en Nuon-ílichtdochterí Dynamicom, die de campagne sponsoren, reizen mee met de workshop in de hoop hun slimme en zuinige lampen en armaturen aan de man te brengen. De Philips-man heeft beet als hij toezegt gratis de lokale situaties te willen komen inventariseren. Als hij zwart op wit kan garanderen dat nieuwe verlichting niet alleen het milieu maar vooral ook de gemeentekas winst oplevert, is hij welkom bij wethouder Jan Borstelaar (PvdA) van gemeente Veere (Walcheren minus de steden Middelburg en Vlissingen). Hij heeft namelijk harde cijfers nodig om zijn gemeenteraad te overtuigen. ìWij hebben een milieubeleidsplan en onderdeel daarvan is het temperen van het licht, maar dat betekent dat de oude verlichting vervangen moet worden omdat we die niet kunnen dimmen. En als mensen moeten kiezen tussen milieu en geld dan kiezen ze het laatste, ook in de raad. Lichthinder is geen onderwerp in de dorpen, integendeel. Een inwoonster klaagde dat zij er ëtwee burgemeestersí over gedaan had om een lantaarn in de straat te krijgen en dat wij die nu weer uit wilden zetten.î

Tijdens de workshop wordt ook de lichtbronnenkaart gepresenteerd: Walcheren als een bord uiensoep waarin klodders gesmolten kaas drijven. Met de computer zijn de lichtbronnen geextrapoleerd tot verlichte gebieden. Een techniek die niet per definitie een realistisch beeld oplevert. Zo is de polder pal naast Cobelfret ingetekend als ëdonker gebiedí terwijl je er op een bewolkte nacht de krant kunt lezen. Van Bochove geeft toe dat het systeem nog niet optimaal is, maar hij is erg in zijn nopjes met de kaart. ìDit was een experiment dat wat ons betreft geslaagd is. Wij willen daarom een dergelijke kaart van heel Zeeland maken. We zijn inmiddels in overleg met een deskundige over de vraag hoe we de lichtverstrooing van die lichtbronnen realistisch in kaart kunnen brengen. Dat zal er waarschijnlijk op neer komen dat er ook in het veld met meetapparatuur gewerkt zal moeten worden.î

ëLaat het donker donkerí

De provinciale milieufederaties en stichting Natuur en Milieu willen met de campagne “Laat het donker donker” het belang van de duisternis als ëoerkwaliteití onder de aandacht van het publiek en bestuurders brengen. Vrijwel nergens in de wereld is het nachtelijk duister verder teruggedrongen dan in Nederland, ook in het buitengebied. Het meeste licht komt daar van de kassen en de verlichting van wegen en sportvelden. De hoeveelheid licht neemt bovendien jaarlijks met 3 tot 9 procent toe.

Bij een natuurlijk donkere nacht zijn in Nederland minstens 2500 sterren zichtbaar. In de steden en in de Randstad is dat vaak minder dan vijftig. Het donker is belangrijk voor dieren: meer dan helft van alle soorten is in het donker actief. Bij de mens verstoort het ontbreken van duisternis de aanmaak van het hormoon melatonine dat verantwoordelijk is voor het slaap-waakritme, en dat een rol speelt bij de skeletontwikkeling en de voortplanting. Bovendien draagt het ontbreken van duister bij aan het ontstaan van stress. Maar er is ook een estetisch argument: lichtverstrooing verstoort de beleving van het nachtelijk landschap. Tweederde van alle Nederlanders is dan ook voor de aanwijzing van ëdonkergebiedení, zo becijferde de Raad voor Ruimtelijk-, Milieu- en Natuuronderzoek (RMNO).

Als het aan de campagneleiders ligt komt er onder andere regelgeving die verduistering van de kassen afdwingt. De Milieufederaties organiseren workshops voor bestuurders waarin wordt uitgelegd dat met nieuwe techniek de openbare verlichting met 80 procent kan worden teruggedrongen. Een meevaller, want de helft van de energierekening van gemeenten is toe te rekenen aan de straatverlichting.
Friesland, Groningen en Drente zijn de donkerste provincies. Zeeland staat op de vijfde plaats, na Flevoland. Daarna komen Overijssel, Gelderland, Limburg en Noord Brabant. In Noord Holland, Utrecht en Zuid Holland is het ës nachts het lichtst.

(Peter Lievense)

,


* * *

Naam
Email
http://
Bericht
  Textile hulp