Het subsidieprogramma Pieken in de Delta, dat eind dit jaar afloopt, bleek in de praktijk een prima instrument voor regionaal economisch beleid. De provincies en de vorige minister van Economische Zaken steggelden over het vervolg en de regievoering. In afwachting van het beleid van het nieuwe kabinet werd Pieken met een jaar verlengd. Het regeerakkoord lijkt de provincies tegemoet te komen: regionaal economisch beleid wordt een zaak van de provincies.
Gepubliceerd in Provincies, november 2010
Een storm van verontwaardiging stak op in het Noorden in 2004 toen toenmalig staatssecretaris Van Gennip verkondigde een eind te maken aan het beleid om subsidie te verlenen aan zwakke regio’s. Noord-Nederland lag toen nog aan een permanent infuus van rijkssteun. EZ zou voortaan geld steken in de ontwikkeling van economisch sterke regio’s en sectoren omdat dat de nationale economie meer opleverde. Het subsidieprogramma Pieken in de Delta1, dat in 2006 van start ging, was de manifestatie van het nieuwe beleid. Overigens heeft Noord-Nederland, één van de zes programmagebieden binnen de Pieken-regeling, afwijkende procedures en een iets ruimer budget. Een overblijfsel uit het Steuntijdperk.
Nu, vijf programmajaren later, lijkt de Pieken-aanpak succesvol (zie kader: evaluatie2). Provincies in IPO-verband en de vorige minister, Maria van der Hoeven, konden het echter ook na een jaar onderhandelen niet eens worden over een vervolgregeling, zegt de Limburgse gedeputeerde Jos Hessels. “Wij wilden verder decentraliseren en meer bevoegdheden. We kwamen daar niet uit. Toen het kabinet viel, hebben we de gesprekken afgebroken en gevraagd om het programma één jaar te verlengen zodat er ruimte zou zijn om met haar opvolger over een vervolgregeling te praten.”
Dat transitiejaar 2011 is toegezegd door de vorige minister. In principe staat er voor het voorjaar 2011 weer een nieuwe Pieken-tender op de rol.
Ook als het gaat om verdere decentralisatie lijkt het nieuwe kabinet de provincies tegenmoet te komen. In het regeerakkoord staat, met een verwijzing naar het programma Pieken in de Delta, dat het regionaal economisch beleid waar mogelijk versoberd wordt gedecentraliseerd.
Een woordvoerder van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie echter zegt dat de toezegging van een transitiejaar onder voorbehoud van beleidswijzigingen door een nieuw kabinet is gedaan. Of en hoeveel geld er beschikbaar komt voor regionale subsidieprogramma’s in 2011, en voor de jaren erna, is nog onduidelijk. Pieken of piekeren in de Delta, dat is de vraag.
Multiplier
Dat de Pieken-strategie goed uitpakt staat volgens Hessels buiten kijf. “De multiplier varieert tussen zes en tien: voor elke euro die vanuit Pieken wordt uitgegeven investeren de andere partijen er uiteindelijk tussen zes en tien. Onze economie heeft er enorm van geprofiteerd. Dat komt omdat we hebben gekozen voor de projecten die het sterkst waren.” Limburg en het oosten van Brabant, samen de programmaregio Zuidoost-Nederland, vormen één economische entiteit, zegt Hessels. “Het gebied vanaf brainport Eindhoven, via Geleen met Chemelot rond DSM naar de Greenport Venlo vormt daarin het zwaartepunt. Het is heel goed mogelijk om projecten op te zetten in twee provincies.”
Ook in het programmagebied Oost-Nederland, Overijssel en Gelderland, paste Pieken in de Delta in het regionaal economisch beleid, zegt de Overijsselse gedeputeerde Carry Abbenhues. “Het programma had dezelfde focus die we samen met Gelderland al hadden vastgesteld voor de uitvoering van de Lissabon-agenda. Wij wilden inzetten op innovatie en we hadden de sectoren, de clusters en netwerken al benoemd. Wij noemden dat het triangle-beleid: voedsel in Wageningen, gezondheid in Nijmegen en technology in Twente. Zo konden we de subsidie van het Rijk mooi koppelen aan dat wat wij in de provincie al op de begroting hadden staan.”
Deze maand opende prins Willem Alexander het nieuwe nanolab aan de universiteit Twente. Het oude laboratorium voor nanotechnologie is omgetoverd in een ‘Hightech Factory’ waar start-up’s per uur normaliter onbetaalbare nanolab-faciliteiten kunnen huren. “Ook dat is mogelijk gemaakt met Pieken-geld,” zegt Abbenhues. “Rond de Universiteit Twente zijn de afgelopen jaren honderden start-up’s ontstaan. Die hightech bedrijfjes zijn snelle groeiers. En voor elke arbeidsplaats in de hightech geldt dat die weer drie tot vier indirecte arbeidsplaatsen oplevert; van accountants tot kinderopvang.”
Abbenhues begrijpt dat het kabinet mogelijk moet ‘versoberen’, maar ze verwacht wel dat het Pieken-beleid wordt voortgezet. “Den Haag moet zijn knopen tellen. Er is geen nationale economie zonder een goed draaiende regionale economie. Met Pieken in de Delta heeft de rijksoverheid erkent dat de kracht van economische innovatie daar ligt waar ondernemers, kennisinstituten, onderwijsinstellingen en overheden elkaar ontmoeten. Europa heeft dat al eerder ontdekt; de structuurfondsen werken vanuit dat principe. De provincies hebben de afgelopen vijf jaar laten zien een goede regie te kunnen voeren.”
Abbenhues houdt ‘een warm pleidooi om partners te blijven’: “Regionaal economisch beleid is een zaak van de provincies, maar daarin moeten we samen op trekken. Er is een sterke economische structuur ontstaan die werk oplevert en die straks kan concurreren op de wereldmarkt. Die moet worden doorgezet. Elke partij vervult daarin zijn rol. Het Rijk moet de nationale pieken vaststellen, het interdepartementale beleid afstemmen, zorgen dat er straks voldoende kenniswerkers klaarstaan en investeren in de innovatieagenda. De komende jaren wordt in Europa een nieuw beleid voor de structuurfondsen vastgesteld. Daar moet het kabinet invloed op uitoefenen zodat wij daar in de regio mee uit de voeten kunnen. Zo is de taakverdeling: je gaat er over of je gaat er niet over!”
Bestuursakkoord
Jos Hessels, partij- en provinciegenoot van de nieuwe minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Verhagen, is redelijk optimistisch over de ruimte die het nieuwe kabinet zal bieden voor regionaal economisch beleid. “In het bestuursakkoord dat het vorige kabinet met de provincies heeft opgesteld, was ook al afgesproken dat het economisch beleid, inclusief de middelen, gedecentraliseerd zou worden. De toenmalige minister wilde zich daar echter niet aan conformeren. Wij willen zelf bepalen welke pieken economisch ondersteund moeten worden. Dat staat nu in het regeerakkoord.”
Overigens trok ‘Zuidoost-Nederland’ toch al een eigen plan in het Pieken in de Delta-programma. De door het Rijk benoemde piek ‘food & nutricion’ werd in de praktijk stiefmoederlijk bedeeld. Uit de Berenschot-evaluatie bleek dat projecten uit deze cluster ‘slechts’ een half miljoen euro hadden ontvangen, tegen bijvoorbeeld 23 miljoen euro voor hightech systemen en materialen. “Je kunt je geld maar één keer uitgeven,” zegt Hessels. “We hebben in de stuurgroep heel bewust knopen doorgehakt, ook als er adviezen lagen om weer wat te polderen. We hebben gezegd: ‘Dit zijn de beste projecten, daar staan we achter en zo doen we het.’ Daarbij konden we op steun rekenen van de ambtenaren van Economische Zaken.”
Hessels is niet bang dat dit kabinet de hand op de knip zal houden. Het bericht uit Den Haag dat het Fonds Economische Structuurversterking, waaruit ook innovatieprojecten werden gesubsidieerd, ophoudt te bestaan, heeft zelfs zijn instemming. “Voor het FES geldt dat het geld wordt verdiend in de regio (dit fonds wordt gevuld uit aardgasbaten, red.) en wordt uitgegeven in de Randstad. Van die innovatiesubsidie gaat 82 procent naar de Randstad en dat terwijl 45 procent van de innovatie-activiteiten in Zuidoost-Nederland plaatsvindt. Voor FES zal een nieuwe oplossing worden bedacht en als dat geld dan via de regio’s voor innovatie kan worden ingezet, is dat prima. Vroeger draaide de nationale economie op de kolen uit Limburg en tegenwoordig op gas uit Groningen en de opbrengst gaat grotendeels naar Amsterdam en Rotterdam. Daar komt nu verandering in, zo is beloofd. En dat is goed.”
1 Pieken in de Delta, het programma.
Wat hebben de hemostase biochip en de Wetsus Europese Waterhub in Leeuwarden gemeen? Het zijn twee van de meer dan tweehonderdvijftig projecten die de afgelopen vijf jaar mede zijn gefinancierd door het EZ-subsidieprogramma ‘Pieken in de Delta’ (PiD). Met PiD brak Economische Zaken in 2006 met het tot dan toe gevoerde beleid om economische achterstanden weg te werken. Voortaan zou subsidie gaan naar ‘regionale economische kansen van nationaal belang’. Nederland werd opgedeeld in zes programmagebieden (Randstad Noord, – Zuid, het Noorden, Oost-Nederland, Zuidoost-Nederland en Zuidwest-Nederland) met elk hun eigen ‘pieken’: onderscheidende, sterke clusters van bedrijvigheid en kennis zoals bijvoorbeeld ‘food & nutricion’, ‘health’ en ‘technology’ in Oost-Nederland en ‘high-tech materialen en systemen’, life sciences’ en opnieuw ‘food & nutricion’ in Zuidoost-Nederland. Samenwerkingsverbanden van bedrijven, lagere overheden en kennisinstellingen kunnen subsidie aanvragen voor ‘gebiedsgerichte projecten’, die het ondernemersklimaat versterken, of voor ‘innovatieprojecten’ voor industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling.
Voor de eerste periode van PiD, die eind van dit jaar afloopt, had EZ bijna 300 miljoen euro in kas. PiD voorziet in subsidiering van maximaal de helft van de projectkosten op voorwaarde dat lagere overheden de andere helft bijdragen.
Zo werd bijvoorbeeld de hemostase biochip (‘lab on a chip’) ontwikkeld door een samenwerkingsverband van onder andere de Radboud Universiteit Nijmegen, NXP Semiconductors en mkb-bedrijven op het snijvlak van de Oostnederlandse pieken ‘health’ en ‘technology’. Met de biochip is het mogelijk om met 1 microliter bloed in enkele minuten een stollingsdiagnose te stellen. De kosten van het innovatieproject, 2,2 miljoen euro, werden gedeeld door Economische Zaken en de provincie Gelderland. De Wetsus Europese Waterhub is een typisch gebiedsgericht project. Wetsus moet een internationaal kenniscentrum worden voor watertechnologie. Projectpartners zijn de gemeente Leeuwarden, de provincie Friesland en bedrijven uit de regio. Pieken in de Delta was goed voor 2,8 miljoen euro subsidie op een totaal van 5,8 miljoen euro aan kosten.
2 Pieken in de Delta, de evaluatie.
Het stimuleren van kansrijke sectoren in plaats van het steunen van achtergebleven gebieden lijkt vruchten af te werpen. Adviesbureau Berenschot hield de resultaten van de eerste vier jaar, 2006 tot en met 2009, Pieken in de Delta tegen het licht en constateerde een verbeterde samenwerking en kennisdeling tussen overheden, kennisinstellingen en bedrijven, en een versterking van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. De langere termijn verwachtingen zijn hoopgevend: beter opgeleid personeel, de vestiging van nieuwe bedrijven en het realiseren van kwalitatief goede en concurrerende producten en diensten. Eind 2010 is naar verwachting door Economische Zaken (296 miljoen), lagere overheden (296 miljoen) en deelnemende bedrijven en kennisinstellingen samen bijna 1,2 miljard euro geïnvesteerd in de ontwikkeling van de pieken.
Regionale ontwikkelingsmaatschappijen, provincies en gemeenten spelen een sleutelrol bij het lostrekken van projecten. Zij kennen de regionale partijen goed en weten relevante partijen met elkaar te verbinden. In de programmacommissies zitten de belangrijke regionale organisaties en personen met gezag die meedenken over de regionale economische agenda op strategisch niveau. De benoemde pieken zijn veelal sectoren die ook al in het regionale beleid aandacht krijgen. PiD heeft zich ontwikkeld tot een belangrijk instrument voor regionaal economisch beleid.
De aanvragers van de subsidie zijn positief: zonder PiD zou het gros van de projecten niet van de grond zijn gekomen. Wel is er meer behoefte aan coördinatie en samenhang tussen de verschillende subsidieregelingen en beleid van verschillende overheden. In de meeste programmagebieden is de verdeling van projecten en van subsidie over de in totaal 22 pieken ongeveer gelijk verdeeld. Op twee pieken zijn duidelijk minder projecten van de grond gekomen: agribusiness in Noord-Nederland en food & nutricion in Zuidoost-Nederland. In die laatste regio gaat verreweg het meeste geld naar hightech systemen en materialen.
economie, openbaar bestuur, r&d
* * *