Provincies en gemeenten werken op veel plaatsen samen bij de aanpak van verloederde bedrijventerreinen, zonder de dwingende instrumenten die de commissie Noordanus aandraagt. De realisering van de ambitieuze doelstelling van de commissie lijkt vooral af te hangen van de bereidheid van het Rijk om dieper in de buidel te tasten.
_Gepubliceerd in Provincies, nummer 9, november 2008 _
Noordanus1 kwalificeert vier fases van herstructurering: de facelift, revitalisering, herprofilering en transformatie. De opknapbeurt (facelift) en de transformatie (naar woonwijk bijvoorbeeld) heeft de commissie buiten beschouwing gelaten.
De kosten van revitalisering schat de commissie op 230.000 (‘licht’ – pakweg 14.000 hectare) tot 1,4 miljoen euro (‘zwaar’ – 1000 hectare) per hectare. Herprofilering (800 hectare) door kantoren en bijvoorbeeld sport-centers of groothandels een plek te bieden, kost ook 1,4 miljoen euro per hectare, maar levert zoveel op dat dit grotendeels financieel sluitend gerealiseerd kan worden.
Noord Brabant heeft de Brabantse Herstructureringsmaatschappij voor Bedrijventerreinen (BHB) waarin de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM) en de provincie samenwerken. In 2011 moet 1000 hectare van de 5400 hectare verouderde terreinen zijn geherstructureerd. De provincie daartoe heeft een kleine 45 miljoen euro in de BHB geïnvesteerd, zegt EZ-gedeputeerde Annemarie Moons: “Op dit moment lopen er 27 herstructureringstrajecten die we als afzonderlijke business-cases neerzetten. De BHB is een provinciaal vehikel maar we proberen alle partijen bij zo een business-case te betrekken, ook projectontwikkelaars zodat het uiteindelijk zo min mogelijk maatschappelijk geld kost.” De berekeningen van Noordanus in ogenschouw genomen, doet de provincie Brabant dus goede zaken. “Wij laten zien dat als je de business-case goed aanpakt, je met minder provinciaal geld toe kan,” zegt Moons.
Maatwerk
Noordanus adviseert de provincies om met ontwikkelingsmaatschappijen aan de slag te gaan en stelt de BHB in zijn advies als voorbeeld dat navolging verdient. Toch is de Utrechtse gedeputeerde Bart Krol (Ruimte Ordening) niet van plan een dergelijk vehikel in het leven te roepen. “Utrecht is niet zo een grote provincie. Ik denk dat wij op onze schaal meer bereiken met maatwerk arrangementen op verschillende locaties. We hebben de afgelopen jaren 11 miljoen provinciegeld ingelegd op een totaal van 58 miljoen subsidie voor herstructurering. Daarmee wordt nu 730 hectare geherstructureerd.”
Natuurlijk heeft ook Utrecht heeft zijn leegstand en verpaupering, aldus Krol, maar niet op die schaal als sommige andere provincies. “Utrecht zit in de plus op alle gebieden, er is dus ook veel nieuwe bedrijvigheid. Bovendien is ruimte schaars met vijf Nationale Landschappen binnen de provinciegrenzen. Wij hebben daarom altijd een stevig contour-gestuurd streekplan gehad waarbij we terughoudend zijn geweest met nieuwe terreinen. Bij een aantal gemeentes zijn de bedrijventerreinen dan ook vol. Die kloppen aan deur voor nieuwe terreinen.”
In het streekplan nu structuurvisie dat tot 2014 geldt, is ruimte aangewezen voor nieuwe terreinen. “De komende tijd zullen er dus nieuwe terreinen aangelegd worden bij bijvoorbeeld Woerden en Bunschoten. Maar dat zijn dus eigenlijk virtueel al bestaande terreinen, dat hebben we eerder al met elkaar afgesproken.”
Noordanus verwacht van de provincies dat ze de instrumenten die de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening biedt om een regierol op te eisen, zullen gebruiken.
Verevening
Krol geeft aan dat Utrecht in de provinciale verordening, die volgend jaar klaar moet zijn, zeker op zal nemen dat geen nieuwe terreinen mogen worden aangelegd als bestaande terreinen kunnen worden gebruikt of verouderde geherstructureerd. Maar van het borgen in de verordening van de verplichte verevening winst uit nieuwe aanleg gebruiken voor herstructurering die Noordanus ook suggereert, wil hij niet weten. “Wij denken in overleg met de gemeenten net zo ver te kunnen komen. Bij een van onze grootste gebiedsprocessen, Hart van de Heuvelrug waarin we woningen realiseren die moeten bijdragen aan allerlei groene ambities over gemeentegrenzen heen, werken we met zelfopgelegde verevening waarover gemeenten en provincies afspraken hebben gemaakt. Wij hebben dus in Utrecht positieve ervaring met vrijwillige regionale verevening op gebied van Ruimtelijke Ordening.”
In Friesland maakt EZ-gedeputeerde Sjoerd Galema zich op voor een paar pittige discussies. “Wij zijn begonnen met een raming tot 2020: wat is de behoefte en wat ligt er al? Daarbij gaan we uit van de SER-ladder: bestaande terreinen gebruiken en eventueel herstructureren voordat je uitgifte van nieuwe terreinen overweegt. Binnenkort starten we het overleg met de gemeenten om consensus te bereiken over wat we nog faciliteren. De gemeenten accepteren de regierol van de provincie. Maar er zal nog wel debat moeten worden gevoerd met gemeenten die bijvoorbeeld planologisch nog ruimte hebben en redelijk grote grondposities hebben en die straks achterblijven bij de feitelijke invulling van de terreinen.”
Friesland wil ook met verevening aan de slag, zegt Galema. “Maar de nog uit te geven terreinen staan niet in verhouding tot het oppervlak dat geherstructureerd moet worden. Met verevening kun je dus maar een klein deel financieren. Bovendien verwacht ik dat gemeenten die planologisch al ruime hebben gekregen in het streekplan, niet staan te springen om een deel van hun opbrengsten af te staan.”
Scholing
In Zuid Holland werkt de provincie als sinds 2000 samen met de gemeenten bij de herstructurering van verouderde terreinen, zegt EZ-gedeputeerde Asje van Dijk. Daartoe is een programma ontwikkeld dat loopt van de scholing van ambtenaren en consultants tot en met het financieel bijdragen de uitvoering. “We hebben daarvoor tien tot twaalf miljoen per jaar voor beschikbaar. We werken hier in Zuid Holland met Regionaal Economische Overleggen, de REO’s, en elke regio heeft een top tien gemaakt van te herstructureren terreinen en daarbij aangegeven welke terreinen het eerst op de schop moeten. We hebben dus een prioritering naar belang en in tijd.”
Onder het vorige GS-college werd een begin gemaakt met de herstructurering van 750 hectare en ook het huidige college heeft 750 hectare terreinen op de planning staan. “Natuurlijk, je pakt niet als eerste de moeilijkste terreinen maar we hebben het wel over echte revitalisering: de ontsluiting verbeteren, herverkavelen of opkopen van grond om een betere structuur aan te brengen, ruimtewinst creëren en nieuwe bedrijvigheid aantrekken op plekken waar nu dichtgetimmerde hallen staan. Daarnaast willen we in deze periode 250 hectare nieuwe terreinen plannen, want we komen in Zuid Holland altijd ruimte tekort. Hier wordt 22 procent van het Bruto Binnenlands Product verdiend, in de dichtstbevolkte regio van het land. Het gaat erom dat je die terreinen in ieder geval planologisch mogelijk maakt, zodat je niet eerst door jaren durende planologische procedures moet als de economie weer aantrekt.”
Zuid Holland heeft ‘Noordanus’ niet nodig? Ach, Van Dijk sluit niet uit dat hij nog wel eens van de instrumenten uit de nieuwe Wet RO gebruik zal moeten maken om gemeenten tot medewerking te bewegen, maar ‘je moet je niet altijd richten op die 10 procent waar het niet goed gaat’. “Het is duidelijk dat als de provincie niet coördineert het een rommeltje wordt. De insteek van Noordanus is dat je de problematiek regionaal aanpakt. Dat is wat we hier doen en waar we de instrumenten voor hebben ontwikkeld. De gemeenten werken daar aan mee. Ik begrijp dan ook niet dat VNG zegt dat provincies zich er niet te stevig tegen aan moeten bemoeien omdat bedrijventerreinen een zaak van gemeenten zou zijn. Iedereen begrijpt toch dat als gemeenten tegen elkaar opbieden en allemaal op eigen houtje terreinen ontwikkelen je een mismatch krijgt in volume en kwaliteit? We zitten hebben hier 72 gemeenten en we zitten in alle REO’s met de portefeuillehouders Economie aan tafel en alles wat we de afgelopen periode hebben aangepakt is in goed overleg gebeurd.”
Middelen
Friesland heeft tussen 2000 en 2007 ongeveer 700 hectare geherstructureerd, zegt Galema. Tot 2020 moet nog minimaal 400 hectare op de schop. Ook in Friesland pakten ze niet de moeilijkste terreinen het eerst aan. De grootschalige herstructurering van deze 400 hectare is begroot op 150 miljoen euro. “Wij hebben daar in principe niet de middelen voor.” Het debat over herstructurering zal zich na Noordanus toespitsen op de vraag of het Rijk substantieel gaat participeren, verwacht Galema. De landelijke ambities overtreffen vele malen de beschikbare middelen. IPO stelt als voorwaarde dat het Rijk voor elke extra provincie-euro ook een extra euro bijdraagt.
“We vinden bovendien dat ook de gemeenten hun verantwoording moeten nemen. Het kan toch niet zo zijn dat de provincie, die geen onroerende zaak belasting en winsten uit die terreinen heeft ontvangen, de aangewezen partij is om dat allemaal te financieren. Om die grote ambitie waar te kunnen maken, en dat is ook de moraal van Noordanus, moeten de drie overheden de handen in een slaan. Dan zullen wij ons binnen onze middelen uitrekken om dat mogelijk te maken.”
1 KADER: Noordanus
De Taskforce (Her)ontwikkeling Bedrijventerreinen, onder aanvoering van Peter Noordanus en ingesteld door EZ en VROM, wil de versnippering, verrommeling en de stagnatie van de herontwikkeling van bedrijventerreinen aanpakken langs twee lijnen.
1. Circa 15.800 hectare (duizend terreinen) moet tot 2020 op de schop. Noordanus noemt dat ‘economische stadsvernieuwing’. Kosten: 6,35 miljard euro. De vernieuwde terreinen moeten een kleine twee miljard opleveren. Blijft over 4,4 miljard kosten te verdelen over bedrijven (hogere grondprijzen), Rijk, provincies en gemeenten. Bestuurlijke afspraken en concrete uitvoering moeten op regionaal niveau opgepakt worden onder regie van de provincies. Winst uit nieuwe terreinen kan worden gebruikt voor het opknappen van oude terreinen (verevening). De nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening geeft de provincies instrumenten om bijvoorbeeld verevening af te dwingen. Noordanus pleit voor een Nationaal Herstructureringsfonds á la het Groenfonds zodat bijvoorbeeld ontwikkelingsbedrijven met voorfinanciering snel aan de slag kunnen.
2. Om te voorkomen dat bedrijventerreinen in de toekomst verpauperen moet ontwikkeling en beheer worden verzakelijkt. Strakkere regionale planning moet schaartse creëeren waardoor het voor private ontwikkelaars en beleggers interessant wordt om ‘in bedrijventerreinen te stappen’. Verplicht parkmanagement moet er voorkomen dat snelle veroudering van terreinen doorgaat.
KADER: Post Noordanus
Ministers Van der Hoeven (EZ) en Cramer (VROM), IPO en VNG besloten eind oktober in een positieve reactie op ‘Noordanus’ tot oprichting van een bestuurlijke werkgroep met vertegenwoordigers uit overheden en bedrijfsleven die de uitvoering gaat voorbereiden. De provincies werken de komende maanden de behoefteraming en de herstructureringsopgave verder uit. Medio volgend jaar willen Rijk, IPO en VNG een convenant met een uitvoeringsprogamma sluiten. De bestuurlijke bereidheid lijkt groot. De financiering is minder zeker. Noordanus’ aanpak verlangt dat de huidige inzet van publiek geld ruwweg verdubbelt tot 2020. De provincies die nu voor deze regeerperiode samen ongeveer 200 miljoen euro voor bedrijventerreinen hebben gereserveerd, moeten dan tot 2020 pakweg een miljard euro inleggen. Het Rijk staat op de begroting voor 1,2 miljard euro. Echter ook het taskforce Financiering Landschap Nederland (Rinnooy Kan) en bijvoorbeeld de financiering van de verstedelijkingsopgave 2010-2020 (advies Kremers), leggen een claim op ruimtelijke investeringen. Bovendien is de verhoging van de grondprijs van tien procent, die Noordanus incalculeert, allerminst vanzelfsprekend gezien de kredietcrisis.
* * *