Mijn humeur kan niet stuk. Een brede grijns is op m’n gezicht bevroren. Alle aanwezigen in de A.K.A.-bar in Londen schenk ik mijn onverdeelde en oprechte aandacht. Begrijp wel, ik heb het nu niet over aantrekkelijke, schaars geklede vrouwen of interessante kerels-van-de-wereld, kunstenaars desnoods.
Nee, de A.K.A.-bar is de volkomen misplaatste lokatie voor een gezamelijke persbijeenkomst van Nokia en KPN Telecom. Bovendien is het twee uur ‘s middags. Het gezelschap bestaat uit andere IT-journalisten en in blauw en grijs gehulde Telecomcommers.
Die Finnen maken leuke telefoontjes, maar voor de rest zijn ze wereldvreemd. Een persbijeenkomst organiseer je in een Sheraton-, een Marriot of desnoods een Hiltonhotel. Als het even kan dicht bij het vliegveld; is iedereen snel weer thuis.
Maar Nokia huurt een trendy bar met veel ruw baksteen en kaal beton in een steeg waar verder alleen maar achterdeuren op uit komen, ergens halverwege Covent Garden en the British Museum,.
Het personeel heeft kennelijk nog nooit zoiets bij de hand gehad en duwt je een schaal met sushi-hapjes onder je neus terwijl je iemand zit te interviewen. Bovendien is het nauwelijks mogelijk om de onvermijdelijke PowerPoint-presentatie te bekijken omdat er twee schijnwerpers in je gezicht schijnen.
De bustocht van het kleine militaire vliegveld ten westen van de stad naar het centrum nam een uur in beslag. Terug in de avondfile kost het straks waarschijnlijk het dubbele.
Het nieuws, tenslotte, waarvoor ik naar Londen was afgereisd, bleek ook niet echt sensationeel. Nokia breit draadloze thuisnetwerkjes met Internet en digitale televisie, en KPN gaat dat verkopen als verlengstuk van breedband-Internet via ADSL.
Leuk-wil-ik-ook-hebben, maar niet meer dan dat.
En toch kan m’n dag niet stuk. Zoals er geen enkele dag stuk kon de laatste week.
Wat er ook op mijn weg komt, ik behoud een gelijkmatig, opperbest humeur.
Het verhaal gaat dat Zyban oorspronkelijk als anti-depressivum aan Vietnam-veteranen werd voorgeschreven en dat opvallend veel veteranen spontaan stopten met roken. Daarna pas werd Zyban als hulpmiddel bij nicotine-onthouding in de markt gezet. Maar eigenlijk is het dus gewoon een anti-depressiemiddel.
De beta-wetenschappelijk onderlegde collega uit de vorige column schijnt ook weken lang met een wazige glimlach op de redactie te hebben rondgelopen.
Ik vraag me even af welke emoties ik misloop. Maar het is nu niet de tijd om daar over na te denken. Eigenlijk komt die onverstoorbaarheid goed van pas. Vandaag is de allerlaatste dag. De sigaretten smaken al tijden niet meer. Door het hoge dopamine-gehalte is de werking van de nicotine nihil. Ik kan me voorstellen dat die Vietnam-veteranen er de brui aan gaven. Het is enkel nog de macht van de gewoonte waarmee ik elk half uur weer een Marlboro opsteek.
Enkele uren later zit ik met een onuitwisbare glimlach in de bus die ons weer naar het vliegveld en de gecharterde prive-jet moet brengen. Stapvoets wringen we ons tussen de tienduizend andere voertuigen op de M4. Dat gaat laat worden vanavond, realiseer ik mij. Het avondeten zal er wel bij inschieten. Ik kan me er niet druk om maken. Morgen rook ik niet meer
Lees verder in het derde deel van Avonturen met Zyban
Terug naar het eerste deel van Avonturen met Zyban
* * *